Naast ziektes als pokken en polio heerste in Amsterdam in de twintigste eeuw ook de besmettelijke ziekte roodvonk. Dit is een overwegend mild verlopende ziekte, die vooral bij kinderen tussen de 3 en 6 jaar voorkomt. De eerste ziekteverschijnselen bestaan onder meer uit hoofdpijn, keelpijn, braken en hoge koorts. Daarnaast ontstaan er na een aantal dagen vlekjes op de huid, die lijken op rood kippenvel en als schuurpapier aanvoelen.
Op deze foto uit omstreeks 1919 is een verpleegster te zien, die bij een patiënte in de roodvonk-barak van het Wilhelmina Gasthuis aan het bed staat. Vanwege de besmettelijkheid van de ziekte werden zij in speciale barakken van het ziekenhuis behandeld.
In 1929 was er in Amsterdam een ernstige uitbraak van roodvonk. Met roodvonk besmette patiënten werden destijds ook ondergebracht en verzorgd in de 'Quarantaine Inrichting Zeeburg.'