Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw nam het aantal sterfgevallen als gevolg van epidemieën geleidelijk af. Desalniettemin zorgden infectieziekten als pokken en cholera ook na 1850 nog voor vele slachtoffers.
In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog werd Amsterdam echter opgeschrikt door enkele tyfusepidemieën. De ziekteverschijnselen van buiktyfus, een van de verschillende soorten tyfus, bestaan onder meer uit koorts, buikpijn en darmklachten. Als de ziekte niet wordt behandeld, kan het dodelijk zijn. Vanwege de besmettelijkheid wordt daarnaast aangeraden om het contact met besmette personen te vermijden.
Ook in kranten werd veel over deze nieuwe uitbraak gepubliceerd. Op deze afbeelding zijn enkele krantenberichten hierover te lezen. In de meeste gevallen was de besmetting overgebracht via contactinfecties, water of voedsel, zoals vis of melk. Zo waren in 1947 tijdens een bruiloftsdiner besmette haringen geserveerd. Bovendien zorgde in 1945 een bacteriëndrager in een melkfabriek voor circa achthonderd besmettingen.