De naam Warmoes komt uit de vroege middeleeuwen en was een woord voor een groentesoort, lang geleden was hier namelijk de groentemarkt. De Warmoesstraat behoort tot de oudste straten van Amsterdam. De aanleg van de huidige straat ontstond in de 14e eeuw. De huizen in de Warmoesstraat grenzen met hun achterzijden aan het water van het Damrak. Deze achterhuizen konden als opslagruimten worden gebruikt. Die ligging aan het water was heel praktisch. Veel koopmannen bewaarden hun handelswaar namelijk aan huis en het vervoeren van handelswaar was makkelijker over water dan over land.
In de late middeleeuwen was de Warmoesstraat de rijkste, voornaamste straat waar de belangrijke koopmannen woonden. In dit koopmansboekje uit de 15e eeuw is de boekhouding en administratie van het familiebedrijf van Symon Reyersz en Reyer Dircsz terug te lezen. Het is het oudste koopmansboek van Amsterdam. In dit boekje schreven de koopmannen op wat ze moesten betalen en wat ze van anderen tegoed hadden. Je ziet hier een pagina uit het boek. De diagonale strepen betekende dat een openstaande rekening was afgehandeld. Symon en Reyer waren familie van elkaar; Symon was de oom van Reyer. Samen dreven ze handel op het Oostzeegebied, op Dantzig. Dat is het huidige Gdansk in Polen. De schepen van het bedrijf van de twee mannen brachten hier onder andere haring, laken, wijn en zout naartoe. Vervolgens kochten ze daar zaken als hennep, pek, rogge en talk om mee te nemen naar Amsterdam.
Op afbeelding twee is een korbeel te zien afkomstig uit een afgebroken huis aan de Warmoesstraat. Een korbeel is een schuinstaande balk die een ondersteunende functie heeft in een huis. Op dit korbeel is het wapen van Dantzig afgebeeld, twee Andrieskruizen met twee leeuwen. De korbeel wordt bewaard in de collectie van het Rijksmuseum
