Op 23 november 1577 drongen zo’n vijfhonderd watergeuzen Amsterdam binnen via de Haarlemmerpoort aan de Singel. Dit was een van de stadspoorten, waardoor men de stad kon binnentreden. Amsterdam was destijds namelijk omgeven door middeleeuwse stadsmuren die de stad bescherming boden.
De watergeuzen waren in schepen richting Amsterdam gevaren en hadden zich hierin verstopt. Op deze prent is afgebeeld hoe een deel van hen uit schepen tevoorschijn komt en een groep zich klaarmaakt voor de aanval. Daarnaast is te zien hoe enkele watergeuzen de wacht bij de Haarlemmerpoort overmeesteren en de stad binnendringen.
De watergeuzen waren protestantse opstandelingen. Zij waren tegen het gezag van de katholieke Spaanse koning die destijds over de Nederlanden regeerde. Met deze aanslag wilden zij Amsterdam dwingen om ook de kant van de opstand tegen Spanje te kiezen. Dit deden zij in opdracht van de Staten van Holland en Zeeland. Amsterdam had zich namelijk niet aangesloten bij de opstand en was katholiek en Spaansgezind gebleven.
Uiteindelijk mislukte de aanval van de watergeuzen en bleef Amsterdam Spaans. De watergeuzen legden zich hier echter niet bij neer. Zo omsingelden zij de stad, waardoor er een groot tekort aan voedsel ontstond. Amsterdam werd hierdoor gedwongen om zich alsnog bij de opstand tegen het Spaanse gezag in de Nederlanden aan te sluiten. Dit werd op 8 februari 1578 vastgelegd in een speciaal verdrag, het Verdrag van Satisfactie. Op 26 mei 1578 werd Amsterdam met de 'Alteratie van Amsterdam' officieel een protestantse stad.