Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog viel Amsterdam onder het katholieke Spaanse gezag. In november 1576 hadden de gewesten Holland en Zeeland met bondgenoten uit de rest van de Nederlanden en Willem van Oranje echter een overeenkomst gesloten om de Spanjaarden te verdrijven. De Staten van Holland onderdrukten Amsterdam hierna om zich hier ook bij aan te sluiten. Zo dreigden zij met een economische blokkade of het in beslag nemen van de stad. Vanwege deze druk werd Amsterdam gedwongen om zich bij de opstandelingen aan te sluiten.
Op 8 februari 1578 sloot Amsterdam zich aan bij de opstand tegen het Spaanse gezag in de Nederlanden. Dit werd gedaan met de ondertekening van een speciaal verdrag, het Verdrag van Satisfactie. Op deze foto is het verdrag te zien. Hierin stond dat de stad op bepaalde punten zou worden gecompenseerd. Dit wordt ook wel satisfactie genoemd. Zo wilde Amsterdam graag het katholieke geloof behouden. Daarom stond in het verdrag vermeld dat het katholicisme het enige geloof was dat in het openbaar mocht worden uitgedragen. In de overeenkomst uit november 1576 was daarentegen besloten dat het calvinisme de officiële godsdienst zou zijn in Holland en Zeeland.
Amsterdam was echter slechts voor een korte periode katholiek. De stad maakte bijna vier maanden later, op 26 mei 1578, de overstap naar protestantisme. Tijdens deze Alteratie van Amsterdam kregen teruggekeerde calvinisten de overhand en werd de katholieke stadsregering afgezet.