Geschiedenis
In 1296 werd Floris V van Holland vermoord door Gerard van Velsen, Herman VI van Woerden en Gijsbrecht IV van Amstel. Van Velsen werd al snel gepakt, maar Van Woerden en Van Amstel wisten te ontsnappen. In 1302 heerste er chaos in het graafschap Holland en Zeeland door vraagstukken over de erfopvolging van Holland en Zeeland.
Machtsovername en beleg
Jan I, de zoon van Gijsbrecht van Amstel, greep tijdens deze chaos de macht in Amsterdam in 1303 en plaatste het onder zijn leiding. Door zijn familie werd hij door de Amsterdamse bevolking geaccepteerd. De graafschappen Vlaanderen en Henegouwen hadden een conflict over het bestuur van Zeeland en Holland. Als gevolg hiervan was er een Vlaams leger via het noorden naar Holland gegaan. Dit leger kon worden tegengehouden door boeren uit Kennemerland, Waterlanders, Egmond en Haarlem. Deze boeren begonnen vervolgens met het beleg op Amsterdam. Dit kan twee verschillende reden hebben gehad. De boeren wilden niet dat een lid van de familie van Amstel aan de macht was in Amsterdam of ze wilden voorkomen dat het Vlaamse leger bij Amsterdam kon komen.
Jan II van Avesnes werd in 1304 gekozen tot graaf van Holland en stuurde zijn zoon Willem naar Amsterdam om daar zaken op orde te stellen. Jan van Amstel had in Amsterdam verdedigingswerken opgebouwd, Maar dat bleek niet bestand te zijn tegen de boeren en Willem. Hij vluchtte over het IJ naar een onbekende bestemming. Willem III van Holland nam Amsterdam over en legde de bevolking een aantal straffen op. Zo beveelde hij ’dat alle vesten en bruggen afgebroken diende te worden’ in Amsterdam en dat ze deze niet meer zonder toestemming van de graaf van Holland mochten opbouwen.
Ruim 400 jaar na het Beleg van Amsterdam werden de bovenstaande prenten gemaakt om een beeld te schetsen. Toen al werd het beleg gezien als een belangrijke historische gebeurtenis.