Jonas Witsen werd op 6 augustus 1705 geboren in Amsterdam en was de zoon van Jonas Witsen en Sara van Ray. Zijn moeder was de dochter van een aanzienlijke koopman in Amsterdam. Witsen erfde na het overlijden van zijn eerste vrouw Elisabeth Basseliers de plantages Waterlant, Palmeniribo en Surimonbo in Suriname. Nu was hij naast zijn functie als stadssecretaris ook plantage- en slaveneigenaar.
Deze bron is een voorbeeld van documenten waarin plantagehouders een levering van slaafgemaakten plaatsten voor hun plantages. Hier is te lezen dat er twaalf slaafgemaakten moeten worden geleverd aan Godef. Postel die de zaken op de plantages van Witsen waarnam als generaal directeur. Bij de rode pijl zie je deze passage staan, er staat:
'12 slaven te leveren aan Godef. Postel generaal directeur van de plantages van de heer Jonas Witsen'
Klik onderaan de pagina onder het kopje 'Beschikbare tools' op 'Transcripties' om de letterlijke transcriptie van dit document te lezen.