Aan de Oudezijds Achterburgwal verscheen in 1597 het eerste Amsterdamse tuchthuis voor vrouwen. In het Spinhuis bevonden zich veroordeelde vrouwen die verschillende soorten misdaden hadden gepleegd. Voorbeelden hiervan zijn diefstal, oplichting of prostitutie. Het Spinhuis was ingericht om de vrouwen te bestraffen en tegelijkertijd te heropvoeden. Zo moesten de vrouwen de hele dag spinnen. Het idee hierachter was dat zij achter het spinnewiel konden nadenken over hun zonden en tegelijkertijd iets van waarde produceerden. Er werd door het Spinhuis flink verdiend aan de gesponnen wol.
Christina van der Geugten werd in 1766 opgesloten in het Spinhuis.