Bedrog?
Samuel D'Orta was een Portugees joodse schilder en kunsthandelaar in Amsterdam. Hij vertrouwde Rembrandt niet helemaal. Rembrandt had hem de drukplaat van zijn ets 'Abrahams verstoting van Hagar en Ishmael' verkocht. Hij had beloofd er zelf geen afdrukken meer van te verkopen; hij bewaarde er alleen een paar voor zichzelf. Maar D'Orta was bang dat Rembrandt zich niet aan zijn woord hield. Op 17 december 1637 nodigde hij de kunstenaar en een stel getuigen bij hem thuis uit. Hij liet Rembrandt nogmaals verklaren dat hij de etsen niet zou verkopen. De getuigen, Outger Groot en Dirck Hendricksz, stuurde hij de volgende dag naar notaris Benedictus Baddel. Die tekende hun verklaring op.
Handelswaar
Samuel D'Orta was zelf schilder, maar hij handelde ook in werken van collega's. Dat was in die tijd heel gebruikelijk; Rembrandt deed het zelf ook. Rembrandt was in 1637 al een bekende kunstenaar en D'Orta hoopte een flinke winst te maken met de verkoop van 'echte Rembrandts'. Maar de waarde van de etsen zou natuurlijk behoorlijk dalen, als Rembrandt ze zelf ook zou blijven verkopen.
Brand
Bij een brand in het stadhuis, in 1762, raakte het boek met de verklaring van Outger en Dirck beschadigd. Het was daardoor moeilijk te raadplegen, en het document werd pas in 1976 gevonden. Delen van de tekst zijn door de brandschade onleesbaar, maar ze kunnen wel worden aangevuld.
Klik onderaan de pagina onder het kopje 'Beschikbare tools' op 'Transcripties' om de letterlijke transcriptie van dit document te lezen.