Op 5 oktober 1669, een dag na het overlijden van Rembrandt, werd de inboedel opgemaakt van zijn huis aan de Rozengracht. Dit gebeurde op verzoek van Magdalena van Loo, de weduwe van Titus, en Christiaan Dusart, de voogd van Rembrandt's dochter Cornelia. Omdat Rembrandt al enige tijd teerde op het geld van Cornelia om zijn huur te kunnen betalen, waren de erfgenamen enigszins huiverig met het accepteren van de erfenis. Mits er substantiele gelden gevonden konden worden om de begrafenis kosten te betalen waren ze bereid om de erfenis te accepteren.
Helaas zijn delen van de boedelinventaris verbrand, waardoor niet alles meer goed leesbaar is.
Klik onderaan de pagina onder het kopje 'Beschikbare tools' op 'Transcripties' om de letterlijke transcriptie van dit document te lezen.