Amsterdam
Bron

Erfenis

In 1659 verzocht Louis Crayers de lakenkoopman Jan Pietersz Bronchorst een verklaring af te leggen over de prijs van een van Rembrandts beroemdste werken: de Nachtwacht. Crayers was de voogd van Titus. Hij moest, nu Rembrandt failliet was, de belangen van de jongen behartigen en zijn moeders erfenis veiligstellen. Titus had Saskia’s helft van de gemeenschappelijke bezittingen van zijn ouders geërfd. Crayers probeerde vast te stellen hoeveel dat precies was. Toen Saskia in juni 1642 stierf, had Rembrandt juist de Nachtwacht voltooid. Het bedrag dat hij voor het schilderij kreeg, behoorde daarom bij het gezamenlijke bezit.

Schutters

De Nachtwacht is de bijnaam van het groepsportret van de schutters van de compagnie van kapitein Frans Banning Cocq. Rembrandt schilderde het voor de grote zaal van de Kloveniersdoelen aan de Nieuwe Doelenstraat, waar de schutters bijeenkwamen. Daar sierden zes van zulke grote schuttersstukken de wanden.

Honderd gulden

Uit de verklaring van Jan Pietersz Bronchorst blijkt dat iedere schutter zelf betaalde om zich door Rembrandt op de Nachtwacht te laten vereeuwigen. De hoogte van het bedrag hing samen met de plek op het schilderij. Gemiddeld kwam de prijs neer op zo’n honderd gulden per persoon. Rembrandt portretteerde zestien betalende schutters en kreeg dus 1600 gulden. Toen de Nachtwacht klaar was, schilderde iemand er een schild met de namen van de geportretteerde schutters op. Jan Pietersz Bronchorst staat daarop als elfde vermeld.

Herkomst

Datering

1659

Collectie

5075-2613; Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam, Mr. Nicolaes Listingh

Organisatie

Stadsarchief Amsterdam

Nummer

NOTG00163000250

Link

https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5075/112.1.8/start/240/limit/10/highlight/10

Gerelateerde thema's

Rembrandt

Trefwoorden

Kunst

Beschikbare tools

Overzicht van alle tijdlijnen

Overzicht van alle transcripties

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen