Amsterdam
Bron

Op 4 februari 1653 ontving Rembrandt een rekening van de notaris van Christoffel Thijs, de man die hem in 1639 het huis aan de Jodenbreestraat had verkocht. Rembrandt had bij de aankoop van het huis toegezegd dat hij voor november 1646 de hele koopsom van 13.000 gulden zou betalen. Dat had hij niet gedaan. In 1646 had hij pas 6000 gulden afgelost. Er stond dus nog 7000 gulden open. Rembrandt had bovendien sinds 1649 geen rente meer over zijn schuld bij Thijs betaald. En volgens zijn schuldeiser moest hij ook nog meebetalen aan diverse belastingen op onroerend goed. Aan de veertigste en tachtigste penning bijvoorbeeld, de belastingen op de overdracht van een huis die Thijs voor hem had voorgeschoten.

In de problemen

Om zijn schuld aan Christoffel Thijs te kunnen betalen leende Rembrandt aan verschillende kanten geld. Hij voldeed daarmee de rest van de koopsom van het huis en de overdrachtsbelasting, maar niet de rente. Rembrandt raakte zo steeds dieper in de schulden, bij steeds meer schuldeisers, totdat hij in 1656 zijn faillissement moest aanvragen. De rekening van Christoffel Thijs stond dus aan het begin van Rembrandts financiële problemen.

 

Klik onderaan de pagina onder het kopje 'Beschikbare tools' op 'Transcripties' om de letterlijke transcriptie van dit document te lezen.

Herkomst

Datering

01-02-1653

Collectie

5075-47; Archief van de Notarissen, Sebastiaan van der Piet

Organisatie

Stadsarchief Amsterdam

Nummer

A32581000011

Link

https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5075/47.3.29/start/10/limit/10/highlight/1

Gerelateerde thema's

Rembrandt

Beschikbare tools

Overzicht van alle tijdlijnen

Overzicht van alle transcripties

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen