Rombertus van Rijn
Het eerste kind van Rembrandt en Saskia, Rombertus, werd nog geen drie maanden oud. Op vrijdag 15 februari 1636, precies twee maanden na zijn doop, werd de kleine Rombertus begraven in de Zuiderkerk. In het begrafenis register van de kerk staat vermeld dat de baby werd begraven onder een kleine steen. De begrafenis kostte Rembrandt vier gulden. Aangezien Rembrandt geen eigen graf in een van de Amsterdamse kerken had gekocht, moest zijn zoontje begraven worden in de kerk van de buurt waarin hij woonde. In dit geval de Zuiderkerk. Rembrandt en Saskia waren toen pas verhuisd naar de Nieuwe Doelenstraat.
Hoge kindersterfte
In de zeventiende eeuw kwam het vaak voor dat baby’s overleden. Vooral de pest maakte in deze tijd veel slachtoffers. Een op de vijf Amsterdammers raakte besmet met de dodelijke ziekte. Kleine kinderen waren extra kwetsbaar voor de ziekte. Na Rombertus kregen Rembrandt en Saskia nog twee kindjes die niet lang na de geboorte stierven, in 1638 en in 1640. Het waren twee meisjes, die allebei Cornelia heetten, naar Rembrandts moeder. De beide Cornelia’s leefden maar twee weken. Pas het vierde kind van Rembrandt en Saskia, Titus, zou de volwassen leeftijd bereiken.
Klik onderaan de pagina onder het kopje 'Beschikbare tools' op 'Transcripties' om de letterlijke transcriptie van dit document te lezen.