Kleindochter
Niet lang nadat Titus en Magdalena van Loo waren getrouwd verwachtten zij hun eerste kindje. Het zou ook Rembrandts eerste kleinkind worden. Maar toen Magdalena drie maanden zwanger was, overleed Titus. Zijn weduwe bracht in maart 1669 een dochter ter wereld. Het meisje werd op 22 maart 1669 gedoopt in de Nieuwezijds Kapel, tussen het Rokin en de Kalverstraat. Ze kreeg de naam Titia, naar haar vader; in het doopregister staat het gespeld als ‘Tietie’.
Grootouders
Sinds het midden van de zestiende eeuw tekenden de Amsterdamse kerken hun dopen op in een boek. Die doopregisters leveren een schat aan informatie over de Amsterdammers, hun verwanten en bekenden. De gegevens uit de doopregisters zijn te doorzoeken via de website van het Stadsarchief Amsterdam. In het doopregister van de Nieuwezijds Kapel staat te lezen dat de twee nog levende grootouders van Titia als getuigen bij de doop aanwezig waren: Rembrandt en Magdalena’s moeder Anna Huijbrechts. De derde doopgetuige was de juwelier François van Bijler. Omdat Titia half wees was, was hij als haar voogd aangewezen.
Wees
Titia’s grootouders zouden in de herfst van dat jaar allebei overlijden. Van Rembrandt erfde Titia een aantal ‘rariteiten en antiquiteiten’, en ook wat schilderijen en tekeningen. Een paar weken na Rembrandt stierf ook Titia’s moeder Magdalena. François van Bijler zou voortaan voor haar zorgen. Toen ze zeventien was trouwde Titia met de zoon van haar voogd, die ook François heette.
Klik onderaan de pagina onder het kopje 'Beschikbare tools' op 'Transcripties' om de letterlijke transcriptie van dit document te lezen.