In 1838 vertrok Eduard Douwes Dekker (1820-1887) naar Nederlands-Indië voor zijn werk als bestuursambtenaar. Drie jaar later kreeg hij een hogere positie als assistent resident. In deze positie kreeg hij te maken met corruptie en machtsmisbruik door de lokale Indische hoofden waar Nederland verantwoordelijk voor was. Hij deed een aanklacht tegen de Nederlandse overheid, het koloniale gezag en het cultuurstelsel. Eduard Douwes Dekker was voorstander van een humaner systeem en een eerlijk beleid, voor zowel de Nederlanders als de lokale bevolking.
Eduard Douwes Dekker, beter bekend onder zijn pseudoniem Multatuli, publiceerde in 1860 het boek: Max Havelaar, de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel–Maatschappij’ (afbeelding 2). Ondanks deze ondertitel gaat het boek nauwelijks over koffie of de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM).
Door het boek ontstond enige ophef. Toch volgden er nauwelijks maatregelen vanuit de Nederlandse staat. Het cultuurstelsel werd pas vanaf 1870 geleidelijk afgeschaft.
Het boek wordt gezien als een literair meesterwerk. Bij de Torensluis in Amsterdam staat een borstbeeld van de schrijver, gemaakt door Hans Bayens (afbeelding 3). Misschien ken je Max Havelaar ook wel van de Fair Trade producten die naar het boek vernoemd zijn.
Bekijk het thema Nederlandsche Handel-Maatschappij voor meer bronnen over De Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Wil je meer weten over Max Havelaar? Klik hier voor meer informatie.