Op 8 mei won de vreugde het van de angst. Engelse en Canadese pantserwagens beladen met feestvierders doorkruisten de stad.
De tanks en jeeps waren zo beladen met juichende Amsterdammers en wapperende vlaggen dat ongelukken dreigden. Dat het niet om een echte intocht ging, maar de Engelse en Canadese troepen alleen de stad doortrokken op weg naar Haarlem, mocht de pret niet drukken. Een vaste route volgden ze niet, ze reden kriskras door de stad, door de Apollolaan, de Amstellaan, de Poststraat (voorheen Mozes en Aäronstraat). Sommigen passeerden de Dam, waar nog steeds Duitse militairen de Grote Club bemanden en ogenschijnlijk kalm de feestvierders observeerden.
Bang was Amsterdam echter niet meer. Landverraders werden gearresteerd, de ontwapening van de Duitsers was in volle gang. Ze mochten zich niet meer individueel op straat vertonen en werden geconcentreerd op een paar plekken in de stad. De bevrijding was nu echt een feit, maar het leed nog lang niet geleden. Voor een officieel bevrijdingsfeest werd het nog te vroeg gevonden. De stad was een puinhoop, overal was gebrek aan, het verdriet en de onzekerheid over doden en vermisten was te groot. Eind juni zou het pas zo ver zijn. Drie dagen lang bruiste Amsterdam toen van de festiviteiten, die werden afgesloten met een lange parade door de binnenstad.
Op de foto zie je een bevrijdingsfeest met kermis op de Willem de Zwijgerlaan.