In juni 1763 was het VOC-schip de Nijenburg vertrokken naar Batavia om dure handelswaar te kopen. Aan boord waren daarom veel goudstaven en geld aanwezig. Een deel van de 236 bemanningsleden was echter ontevreden over de gang van zaken op het schip. Zij eisten van de stuurman dat hij naar Brazilië zou varen. Het in opstand komen van schepelingen tegen hun gezag wordt muiterij genoemd.
Nadat zij Brazilië bereikten, verlieten 64 bemanningsleden het schip. De rest van de schepelingen ging in het Franse Cayenne van boord. Hierbij namen zij goud van het schip mee en gaven dit erg gul uit. Dit was ook de autoriteiten opgevallen.
Zowel de muiters in Brazilië als in Cayenne werden opgepakt en terechtgesteld. 24 bemanningsleden werden vermoord. Op de eerste prent is te zien hoe de terechtgestelde muiters werden tentoongesteld in Kijkduin, bij Den Helder. Hun lichamen werden na hun terechtstelling opgehangen in harnassen, zoals op de tweede prent te zien is.