In de tweede helft van de achttiende eeuw was Amsterdam een stad van investeerders. Veel Amsterdamse bankiers verstrekten leningen aan het buitenland. In april 1782 erkenden de Staten-Generaal de pas gevormde Verenigde Staten van Amerika. Al een paar maanden later werd de eerste lening, van vijf miljoen gulden, aan de Verenigde Staten verstrekt.
Amsterdamse bankiers investeerden ook in Amerikaanse grond. Een aantal firma's zond in 1789 een agent met de naam Theophile Cazenove naar Amerika. Hij moest ter plaatse gaan uitzoeken welke investeringen het gunstigst zouden uitpakken en de zakelijke belangen van de Amsterdammers behartigen. Cazenove adviseerde de zakenlieden in 1791 om grote lappen grond te kopen in de staten New York en Pennsylvania. Dit land werd opgedeeld en verkocht.
Hier zie je een kaart van New York, met daarbij een lijst van stukken land in de buurt van de stad en hun verkoopprijzen. De rode cijfers op de kaart verwijzen naar de nummers op die lijst, je ziet hem staan als tweede afbeelding.