Amsterdam
Bron

Eind jaren 1810 diende majoor Adam Hoops, voormalig landmeter van de Holland Land Company (HLC) en later een klant, een klacht in tegen het bedrijf en zijn agenten. In reactie daarop schreven Paul Busti en Joseph Ellicott, als agenten en vertegenwoordigers van het HLC, formele antwoorden op deze klacht. Later oordeelde een rechtbank over de geldigheid van de oorspronkelijke klacht van Hoops. Dit pamflet, gepubliceerd in 1820, bevat een kopie van de oorspronkelijke klacht, de antwoorden van het HLC daarop en de beslissing van de rechtbank over de klacht.

Advertentie

Het pamflet begint met een korte advertentie geschreven door Busti, hierboven afgebeeld. Het feit dat dit soort juridische geschillen zich in ‘openbare publicaties’ afspelen, zoals Busti zegt, kan schadelijk zijn voor de reputatie van het HLC en ervoor zorgen dat klanten terughoudend zijn om ermee in zee te gaan. Om deze reden schetst Busti expliciet dat het doel van dit pamflet is om “elke onbevooroordeelde geest ervan te overtuigen” dat Hoops “geen enkele reden heeft” om zijn klacht in te dienen, en dat de agenten van het bedrijf Hoops met niets anders dan geduld hebben behandeld.

Klacht

In 1803 kocht Hoops 20.000 hectare land van de HLC. Omdat hij niet genoeg geld had om de grond meteen te betalen, en vanwege zijn persoonlijke banden met het HLC als landmeter, kreeg hij een speciale regeling. Hij zou zijn aankoop in de loop van een aantal maanden geleidelijk betalen met het geld dat hij zou krijgen door land aan kolonisten te verkopen.

Helaas had Hoops moeite met het uitvoeren van deze betalingen. In zijn klacht beschuldigt hij de HLC ervan zijn plannen te ondermijnen door eerder overeengekomen wegen naar zijn land niet te openen, en mogelijk negatieve geruchten over hem in zijn gemeenschap te verspreiden. Hoops beweert ook dat de HLC niet reageerde en onduidelijk was in de communicatie en dat het bedrijf hem steunde bij het ondertekenen van contracten die ofwel nadelig voor hem waren, ofwel misleidend geformuleerd waren. De majoor zegt dat hij het land in eerste instantie alleen heeft gekocht omdat hij vertrouwen had in het HLC en zijn agenten, maar op het moment dat hij zijn klacht indiende, geloofde hij dat zijn vertrouwen misplaatst was.

Antwoorden

In Busti's antwoord op de klacht van de majoor ontkent de HLC-agent alle aantijgingen van Hoops. In plaats daarvan beschuldigt hij Hoops ervan zijn territorium verkeerd te beheren en door “domheid of passiviteit” voortdurend zijn beloften van betaling niet na te komen, ondanks dat de HLC mild is. Busti zegt ook dat nieuwe contracten alleen werden ondertekend met het volledige bewustzijn en de toestemming van Hoops, soms op aandringen van de majoor.

Het algemene idee van Ellicotts antwoord is grotendeels hetzelfde. De HLC-agent zegt dat Hoops met het grootste respect en geduld werd behandeld vanwege zijn vriendschappen met hooggeplaatste personen als Alexander Hamilton, en vanwege zijn vroegere dienst bij het HLC als landmeter. Volgens Ellicott maakte Hoops echter consequent misbruik van de clementie die hem werd geboden door zijn betalingen niet te doen en de HLC de schuld te geven van zijn mislukkingen als landeigenaar.

Helemaal onderaan de laatste pagina van het pamflet staat de uitspraak van de rechtbank over de klacht van Hoops; deze werd door de rechtbank afgewezen.

De contracten die zijn ondertekend tussen het HLC en Hoops, evenals de originele handgeschreven versies van de antwoorden van Busti en Ellicott op de klacht van de majoor, worden bewaard in het Amsterdamse Archief.

Portret: 
Het derde document is een portret van Paul Busti.  

Herkomst

Datering

1820

Collectie

333-912 Archief van de Holland Land Company

Organisatie

Stadsarchief Amsterdam

Link

https://archief.amsterdam/inventarissen/file/196e2f8b-c113-1b68-e700-b4ff3073dc62

Gerelateerde thema's

De Holland Land Company

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Gerelateerde bronnen

Alle bronnen