In het trappenhuis van gebouw De Bazel zijn vier langwerpige glas-in-lood ramen te zien.
De ramen had de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) bij het honderdjarig bestaan in 1924 cadeau gekregen van het personeel in voormalig Nederlands Oost-Indië. De ramen zijn ontworpen door Anton Derkinderen (1859-1925), en na zijn dood afgemaakt door glaskunstenaar Joep Nicolaas (1897-1972).
De ramen verbeelden van onder naar boven een uitgebreid verhaal. Het grote thema is de toename van welvaart in Nederland dankzij het succesvolle werk van de NHM. Per raam worden de maatschappelijke veranderingen getoond die hebben plaatsgevonden, geïnspireerd op mythologische en Bijbelse elementen.
In de situatie voor 1824 wordt Nederland in een diep dal verbeeld. Op de achtergrond plaatste Derkinderen de thema’s werkloosheid, armoede, ontaarding en bedeling. Vervolgens wordt de situatie van Nederland beter na de oprichting van de NHM in 1824. Het thema rijkdom wordt aan de hand van de vier elementen: aarde, lucht, water en vuur uitgebeeld. Aan weerszijden van de buste zijn glas-in-loodramen met de thema's Water en Lucht te zien (afbeelding 1). Derkinderen wilde hiermee zeggen dat door een goed gebruik van de natuurlijke bronnen rijkdom zou ontstaan. De derde groep ramen verwijst naar de schadelijke gevolgen van een leven in overvloed.
Wat vind jij van het verhaal dat de NHM hier wilt uitbeelden? Er was steeds meer welvaart in Nederland, maar was die er ook in de landen waar de NHM mee handelde, de voormalig Nederlandse koloniën?
