Karel Petrus Cornelis de Bazel (1869- 923) was in zijn tijd een van de meest bekende en gewaardeerde architecten in Nederland. Tegenwoordig kennen weinig mensen zijn naam, en staat hij vaak in de schaduw van zijn tijdgenoot: HP. Berlage.
Op 14 februari 1968 werd De Bazel geboren in Den Helder. Na de lagere school leerde hij van een timmerman meubels maken. In 1889 begon hij als tekenaar bij het bureau van de architect P.H.J. Cuypers. Hij trok hierbij veel op met J.L.M. Lauweriks (1864-1932), waarmee hij een paar jaar later een eigen ontwerpbureau begon. Het bureau was niet alleen bedoeld voor architectuur, maar ook voor kunstnijverheid en andere decoratieve kunsten. Het werk van De Bazel en Lauweriks is te herkennen aan het ambachtelijke karakter. Zij maakten niet alleen stedenbouwkundige ontwerpen, maar ook interieurs, meubels, gebruiksvoorwerpen, grafiek en zelfs een postzegelserie.
De Bazel liet zich inspireren door oosterse filosofie en vormen. Volgens De Bazel was het de taak van een architect om als tussenpersoon, de bruggenbouwer, op te treden tussen twee werelden. Hij zocht naar een nieuwe manier van bouwen, waarbij een gebouw een geheel uitdrukte, er moest samenhang zijn tussen de binnen- en buitenkant. De Bazel ontwierp daarom ook de inrichting van zijn gebouwen, van vloermozaïeken en eikenhouten lambriseringen, tot meubelen voor de werkkamers en gebruiksvoorwerpen van een kantoor.
In december 1915 was K.P.C. de Bazel aanwezig bij een congres van Nederlandse kunstenaars. Op de afbeelding is de tekening te zien die kunstenaar Martin Monnickendam van hem maakte.
De Bazels beroemdste en grootste ontwerp was dat voor het nieuwe hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM), aan de Vijzelstraat. Het was zijn laatste project. De Bazel overleed in 1923, drie jaar voor de voltooiing.