In dit anonieme pamflet 'Droevige Klagt van een Aalmoeseniers-weeskind' lees je een aanklacht tegen koning Lodewijk Napoleon. Hij wilde de Franse greep op de Nederlanden verstevigen, en geld en soldaten leveren voor alle ambitieuze oorlogsplannen. Een van de plannen was om oudere weesjongens, vanaf zestien jaar, te laten opleiden tot soldaten.
De publieke opinie keerde zich tegen deze 'ondragelijke Dwingelandij' van de Franse koning, zoals je kunt lezen in dit pamflet. Tegen hun zin moesten de regenten van het Aalmoezeniersweeshuis toch alle gezonde jongens vanaf zestien jaar met een minimale lengte van 1,41 meter aan het Franse leger overdragen. Groot was de woede toen bleek dat de jongens niet naar de Militaire Kweekschool in Den Haag zouden gaan, maar direct naar het Legioen Velites in Naarden en Amersfoort. Ze zouden dus meteen in actieve dienst gaan.
Er ontstonden oploopjes bij het weeshuis, en sommige weesjongens liepen weg. Maar uiteindelijk werden er op 22 juli 1809 186 weesjongens met de trekschuit naar Utrecht gebracht. Hier werden ze gekeurd. 59 van hen werden afgekeurd wegens lichaamsgebreken of geringe lengte. De overgebleven jongens werden opgenomen in het Legioen Velites, daar kregen ze een spoedopleiding als soldaat.