Het eerste archiefstuk is een nota uit 1976 ter voorbereiding van de Europese wedstrijd Ajax - Manchester United, gespeeld in het Olympisch Stadion. De tweede afbeelding is een luchtfoto van het stadion rond 1980, waarop goed te zien is hoe dit historische sportgebouw nog steeds een centrale plek in de stad innam.
De wedstrijd van 15 september 1976 zorgde destijds voor grote onrust in Amsterdam. De supporters van Manchester United hadden in heel Europa een beruchte reputatie vanwege hun gewelddadige gedrag. Daarom besloot de stad uitzonderlijke maatregelen te nemen om de veiligheid te waarborgen. Al ruim een maand voor de wedstrijd kwam een speciaal overleg bijeen met de Amsterdamse politie, beide clubs en het stadionbestuur.
Alle politieverloven werden ingetrokken, en overal in de stad waren agenten zichtbaar aanwezig. De Engelse fans werden bij aankomst direct in de gaten gehouden, maar de politie probeerde openlijke confrontaties te vermijden. In het stadion zelf werd een afgesloten vak ingericht voor de Engelse supporters, bewaakt door 200 agenten in gevechtsuitrusting. De naastgelegen vakken bleven leeg, zodat groepen niet met elkaar in contact konden komen. De aanpak bleek succesvol: die dag vonden geen rellen plaats.
Deze wedstrijd markeerde een keerpunt in de Nederlandse voetbalgeschiedenis. Voor het eerst werd er een apart supportersvak gebruikt, iets wat later standaard zou worden. In 1983 nam de KNVB dit principe officieel over in haar voorschriften: elk stadion moest een speciaal, met hekken gescheiden, vak hebben voor bezoekende fans. Wat begon als noodmaatregel in Amsterdam werd zo een blijvend onderdeel van stadionveiligheid in Nederland.