Sjoukje Dijkstra was in 1964 de eerste Nederlander met goud op de Olympische Winterspelen. In 1942 werd ze geboren in het Friese Akkrum, maar nog voor haar eerste verjaardag verhuisde ze naar Amstelveen.
In 1962 won Dijkstra als eerste Nederlander het WK Kunstschaatsen. Twee jaar later behaalde zij goud op de Olympische Winterspelen, óók een primeur voor ons land. Vanaf 1959 werd zij zes jaar achter elkaar uitgeroepen tot de beste sportvrouw van Nederland – nooit meer geëvenaard.
Zowel haar wereldtitel van 1962 als het olympisch kampioenschap van 1964 heeft sporen achtergelaten in het Stadsarchief, waar materiaal van de gemeente Amstelveen wordt bewaard. De gemeente was natuurlijk verschrikkelijk trots op haar beroemdste inwoner en wilde Dijkstra daarom graag huldigen. De bronnen die hier zit komen uit het dossier over de huldigingen.
Comité Sjoukje
Al in 1960 was Comité Sjoukje opgericht, dat met zekere regelmaat zulke spontane huldigingen organiseerde na wéér een sportief hoogtepunt. Op 2 maart 1964 vierde Amstelveen niet alleen de olympische titel van Dijkstra, want tussendoor had ze ook het EK en het WK gewonnen. Er was daarom een draaiboek tot op de seconde: ‘Omstreeks 19.45 uur vertrekt de stoet van Plein 1960 naar het Casimir Lyceum.’
Tijdens de rondrit stonden er tienduizenden mensen langs de route, die door de Koninklijke Marechaussee in bedwang werden gehouden. Op het lyceum kreeg Dijkstra de gouden eremedaille van de gemeente.
Onderwijsinspectie
Uit de archiefstukken blijkt dat er tijdens de huldiging voor bijna 800 gulden aan drank was uitgegeven. Een brief van de Onderwijsinspectie van 5 maart 1964 laat zien waarom die kosten zo hoog waren: ‘Hierbij deel ik U mede, dat mij gebleken is, dat vele jeugdige personen, waaronder diverse leerlingen van onderwijsinstellingen van onze gemeente op maandagavond j.l. in de gelegenheid zijn geweest op overmatige wijze sterke drank te drinken, waardoor is voorgekomen, dat o.a. Don Swaab, leerling van Theo Thijssenschool dronken is thuis gekomen en de volgende dag de school niet kon bezoeken.’ (zie afbeelding 4)