In 1968 startte Mieke haar opleiding aan de Hadewych, een katholieke huishoudschool in Amsterdam. Hier volgde Mieke de opleiding voor inrichtingsassistenten, oftewel de INAS. Dit was een soort vooropleiding voor verpleegkundigen. Mieke kijkt met veel plezier terug op haar tijd bij de Hadewych. Ze herinnert zich een fijne, gezellige sfeer tussen de leerlingen onderling en ontmoette er zelfs haar man Jan.
Ook herinnert ze zich haar schoolperiode als een tijd waarin veel veranderde: de seksuele revolutie en de Dolle Mina’s zetten een hoop in beweging in de maatschappij. Hoewel de huishoudschool deze veranderingen nog even buiten de deur probeerde te houden, lukte dat niet meer lang. Onderling discussieerden de leerlingen fel over allerlei maatschappelijke onderwerpen. Moest abortus kunnen of niet? En waarom zou een vrouw eigenlijk moeten stoppen met werken wanneer ze trouwde?
Die discussies vonden plaats in hun geliefde ‘INAS hol’. Een ruimte speciaal voor de INAS-leerlingen, verboden toegang voor de meisjes die het reguliere curriculum volgden. Ze hadden het zelf ingericht met visnetten aan de muur en zitkussens op de grond. Hier draaiden de INAS-leerlingen plaatjes van Cubie and the Blizzards en Pink Floyd. Ze bleven er soms zelfs tot zo laat hangen, dat de conciërge hen weg moest sturen. Het INAS-hol speelt een belangrijke rol in Mieke’s herinnering aan haar schooltijd op de Hadewych. Het was een veilige plek waar de leerlingen elkaar konden vinden, waar ideeën werden uitgewisseld en uitgedaagd en waar belangrijke vriendschappen werden gevormd.