Nicolaas van der Waay maakte in 1898 de beschildering van de Gouden Koets, een geschenk van de Amsterdammers aan de kersverse koningin Wilhelmina. De decoraties roemden Nederland en Wilhelmina. De ontwerptekeningen worden bewaard in het archief van de firma Spijker, auto- en rijtuigfabrikant, de bouwer van de Gouden Koets.
De beschilderingen aan de zijkanten van de Gouden Koets verbeelden een hulde aan het koninkrijk Nederland. Boven is het ontwerp voor de rechterkant van de koets te zien: de hulde door Nederland zelf. Een jongetje dat ‘jong Holland’ symboliseert strooit lelies en rozen aan de voeten van de Nederlandse Maagd. Personificaties van de verschillende geledingen van de Nederlandse samenleving kijken toe.
Beneden het ontwerp voor de linkerkant, met de hulde door de koloniën. Producten en inwoners van de overzeese gebieden van het koninkrijk liggen aan de voeten van de Maagd. De laatste jaren is er steeds meer protest tegen dit paneel. De hulde door de koloniën is voor velen een pijnlijke herinnering aan het koloniaal verleden en de slavernij.
Op de tweede afbeelding de ontwerpen voor de voor- en achterzijde.
De Gouden Koets wordt sinds 2016 gerestaureerd. Na afloop van de restauratie wordt de koets in 2021 tentoongesteld in het Amsterdam Museum. Het museum start een groot publieksonderzoek over de Gouden Koets. Wat vinden jullie: moet de koets voor altijd in het museum blijven, of kan hij weer gebruikt worden op Prinsjesdag?