Op de getoonde pagina’s uit Skrien zie je hoe breed de vernieuwingsbeweging in de Nederlandse filmwereld rond 1970 was. Naast een artikel over het filmcollectief Amsterdams Stadsjournaal staat er bijvoorbeeld reclame voor onafhankelijke filmdistributie. Dit laat goed zien hoe nauw de banden waren tussen kritische filmcollectieven en het Stadsjournaal. Ook valt op dat Skrien in deze periode veel ruimte gaf aan theoretische beschouwingen over politiek-activistische films uit het verleden.
Het filmtijdschrift Skrien werd in 1968 opgericht door studenten van de Nederlandse Filmacademie. Vanaf het begin keerde het blad zich tegen de gevestigde orde in de Nederlandse filmwereld, die destijds streng werd beheerst door de Nederlandse Bioscoopbond (NBB). Deze bond functioneerde bijna als een kartel: financiële belangen stonden voorop, terwijl jonge, vernieuwende filmmakers nauwelijks een kans kregen.
Juist in die context ontstond rond 1970 steeds meer verzet. Er groeide een alternatief circuit van filmhuizen, onafhankelijke distributeurs en filmcollectieven die film niet alleen als vermaak zagen, maar ook als middel om kritisch naar de samenleving te kijken. Skrien speelde hierin een belangrijke rol. Het blad bood een podium voor debat, achtergrondartikelen en theoretische analyses van maatschappelijk geëngageerde film. Veel leden van het Amsterdams Stadsjournaal (ASJ) waren bovendien actief bij de redactie. Het ASJ bestond uit jonge filmmakers en oud-Filmacademiestudenten die film gebruikten om actuele politieke en sociale thema’s zichtbaar te maken.
