In de achttiende eeuw was Amsterdam verdeeld in zestig burgerwijken. Iedere wijk had een eigen burgerwacht: schutters die voor orde en veiligheid moesten zorgen.
Mannen die opgeroepen werden om in de burgerwacht te dienen ontvingen een speciaal oproepbriefje waarin hun letterlijk de wacht werd aangezegd. Van zo'n briefje werden er steeds enkele tientallen gedrukt, waarin dan met de hand de naam van de opgeroepen schutter werd ingevuld.
Het briefje dat je hier ziet is van Johan Michels, hij ging dienen in wijk 56. De kaart van die wijk is afgebeeld op het briefje. Daarboven zie je enkele militaire attributen en de familiewapens van de officieren. Ook staat er vermeld in welke acht huizen zich brandemmers bevinden. Kun je het vinden op de afbeelding?
Meer burgerwijkkaarten vind je in de beeldbank van het Stadsarchief