Door de toenemende handel kreeg Amsterdam steeds meer te maken met verschillende vreemde muntsoorten. Elke stad, streek of land kon namelijk met toestemming van de landsheer zijn eigen munten slaan. Al deze munten hadden een andere waarde. Hierdoor was het van elke munt niet meteen duidelijk wat de waarde was. Daarnaast bestonden er minderwaardige munten. Bij deze munten week het bedrag sterk af van de waarde van het edelmetaal, waarvan zij gemaakt waren. De waarde van de munten hing namelijk af van de hoeveelheid edelmetaal die erin verwerkt was.
Om overzicht te kunnen houden van de waarde van deze verschillende munten werden boekjes met wisselkoersen gemaakt. Zo is op deze afbeelding een pagina uit een boekje met wisselkoersen uit 1794 te zien. Hierop zijn verschillende plaatsen voorgedrukt, zoals Londen, Antwerpen, Parijs en Madrid. Men schreef de wisselkoersen er destijds met de hand bij. Een wisselkoers is de prijs van een bepaalde munt, uitgedrukt in een andere munteenheid.