Op woensdagochtend 18 februari 1756 was er in Amsterdam een aardbeving voelbaar. Op dat moment hadden veel gelovigen zich verzameld in de Oude Lutherse Kerk vanwege de zogenoemde Biddag. Dit was een jaarlijkse dank-, vast- en bededag die veel kerkgasten trok.
Op deze prent is te zien dat er onder de kerkgangers paniek ontstond nadat zij de aardschokken voelden. Hierbij zwaaiden torenspitsen en slingerden kroonluchters aan het plafond heen en weer. Daarnaast luidden kerkklokken uit zichzelf. Uit paniek klommen sommigen via de pilaren naar beneden en vluchtten naar buiten.
De aardbeving had zijn epicentrum nabij de Duitse stad Aken en was merkbaar in grote delen van West-Europa. In Amsterdam viel de schade uiteindelijk mee en bleef het bij een lichte beving.