Tot 1918 kon slechts een kleine groep Amsterdammers zich een fiets veroorloven. Nadat in 1918 een goedkopere fiets op de markt kwam, groeide het aantal fietsgebruikers. Vanaf omstreeks 1960 raakte de fietser door het opkomende autoverkeer in de stad steeds meer in de verdrukking.
Bovendien zagen Amsterdammers vanaf 1965 in dat de opmars van de auto ook tot veel schade kon leiden. Naast de verkeersellende die het voertuig veroorzaakte, waren auto-ongelukken namelijk de grootste doodsoorzaak onder kinderen en jongeren.
Op deze afbeelding is een affiche van een fietsdemonstratie tegen de verkeersellende op zaterdag 4 juni 1977 te zien. Deze affiches waren door de hele stad verspreid en er werd opgeroepen tot deelname aan de massale demonstratie voor een leefbaar Amsterdam. Deze fietsdemonstratie telde destijds tenminste negenduizend deelnemers.
Als tegenhanger van de auto bestond de fiets. Een fiets was namelijk veiliger, zorgde voor meer bewegingsvrijheid en was beter voor het milieu. Hierdoor zou ook de leefbaarheid in Amsterdam verbeteren. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werden er daarom steeds vaker fietsdemonstraties georganiseerd, o.a. onder de naam 'Amsterdam Fietst.'
Vind jij dat er tegenwoordig wel voldoende ruimte is voor fietsers in de stad?