Met de ‘transcriptietool’ kun je eenvoudig oude handschriften en teksten lezen. Hieronder zie je per thema aan welke bronnen een transcriptie is toegevoegd. De transcriptie vind je ook onder het kopje 'tools' onder de bron.
Beschikbare thema’s
Rembrandt blijkt gezond
Op huijden den 26 july anno 1632 hebbe ick
Jacob van Zwieten not[ari]s etc. in presentie vande
naebes[chreven] getuijgen mij ten v[er]soucke van d'Ersame
pieter huygen de boijs, wonende buijten leyden op
de hoge most gevonden ende getransporteert ten
huijse van Mr. heijndrick Ulenburch schilder
op de brestraet aen St. anthonissluijs binnen
deser stede ende aldaer aen seecker dochtertge dat
voor Quam gevraecht hebbende off Mr. Rembrant
harmensz van Rijn schilder (die ten huijse aldaer
logeerde) in huijs en voor der hant was heeft
het selve dochtertgie Jae geantwoort ende op mijn v[er]
souck
de voorn[oemde] Mr. Rembrant harmens van Rijn
schilder voorgeroupen ende den selven int voorhuijs
alwaer ick hem verwachte, gecomen synde, hebbe
ick den selven gevraecht off hij Mr. Rembrant
harmens van Rijn, schilder was ende Jae ge
antwoort hebbende hebbe voorts tegens den
selven geseijt dat het wel was ende dat mij bleeck
dat hij noch fris Clouck ende wel te pas was
op het welcke hij mij antwoorde dat is waer ick
Ben godt loff in goede Dispositie ende wel
te pas Alles oprecht Gedaen tAmsterdam
ter presentie van van Elbert Dirckxz
ende arent van Gouthoven getuijgen etc.
Doop van Cornelia, het tweede kind van Rembrandt
den 22en Julij hebbent het verbont teken ontfangen
Rembrant van Rijn schilder Sasja van ulenburch tijsja van uijlenburch
D. Johaninis Silvijus sat ende stont op ende doopte – Cornelija
Begrafenis van Rembrandt
1669 De dooden In de maent van Ocktobar
8 rembrant van rijn Op de roose graft 15.0-
Begrafenis Rombertus
kerck een kijnt 15 dito rembrant schijlder
cleijne steen
4,-
Begraafregister Saskia
19 Sasjen van wijlenborgh, huijsvrou van
rembrant van rijn komt van de brestraet 8.-
Hendrickje Stoffels verschijnt voor de kerkeraad
Heindrickien Jaghers
Hendrickie Jaghers voer de v[er]gadering v[er]schenen zijnde Bekent dat se
met Rembrant de schilder Hoererije heeft gepleecht is daerover
ernstelijck bestraft, tot boetvardicheijt vermaent en van den taffel des H[eeren]
afgehouden
Testament van Titus
In den Name Godes Amen. Inden Jare van de geboorte desselffs
onses Heren ende Salichmakers Jesu Christi 1655 opden 24en
Novembris des avonts de clocke omt[ren]t acht uyren comp[areerde] voor
mij Jan Molengraeff openb[aer] not[ari]s bij den Hove van hollandt
geadmitteert tot Amst[erdam] resideren[de] mitsg[aders] de on[der]genoemde
get[uijgen] d'Eers[ame] Titus van Rhyn Rembrants sone Jongman
out meer als 14 Jaren mij notario en[de] get[uijgen] wel
bekent, gesont van lichaem oordeel en[de] v[er]stant, dewelcke
overdencken[de] de brosheijt des menschen leven, datter niet
seekerder is als de doot en[de] niets onseekerder dan de
tijt en[de] uijre van dien, goetgevonden heeft van sijne
tijdelijcke middelen bij uijtterste wille te disponeren
beveelt alvoorens sijne siele God almachtich
en[de] sijn lichaem de christel[ijcke] begraeffenisse, heeft
voorts uijt vrijen en[de] onbedwongen wille, van sich selffs
en[de] sonder persuasie van ijemant in alle sijne nae
te laten goederen soo die hij van sijn moeder sa[liger]
als andere soude mogen geerft hebben off noch soude
mogen comen te erven, als mede die hij in tijden ende
wijlen soude mogen comen te conquesteren, ende general[ijck]
alle degene die hij te enigen tijden metter doot soude mogen comen
te ontruijmen en[de] naer te laten egene uijtgesondert
tot sijne enige en[de] universele erffge[name] genomineert
en[de] geinstitueert gel[ijck] hij nomineert en[de] institueert mits desen
sijn Vader, Rembrant van Rhijn,
niet willende hij Testateur
dat eenige van sijne naer te laten goederen sullen comen
off succederen op ijemand van sijne vrunden van 's moeders
sijde buijten willen van sijn voorn[oemde], vader, doch dit
alleen in cas hij Testateur sonder kint off kinderen
off wettige descendenten deser werelt soude comen te
overlijden, en welcken gevalle hij deselve tot
sijne erffg[enamen] is institueren[de]
Excluderen[de] in gevalle van kinderen de Weescamer
deser stede. Alle t welcke voors[chreven] staet v[er]claerde hij
Testateur te wesen sijn Testateurs laeste en[de] uijtterste
wille begerende dat tselve punctuel[ijck]
sal naergecomen en[de] achtervolght werden, tsij als Testament
codicille, gifte ter sake des doots off andersints
soo als het best bestaen mach alwaert dat alle solemniteij
ten naer rechten gerequireert daerinne niet geabsenteert
Aldus gedaen en[de] gepasseert In Amsterdam[m]e
ter presentie van E[dele] Mr. Paulus de Linge, Ad[vocaat] en[de]
Abraham Fransz Apothecaris, als get[uijgen] hier over gestaen
en[de] special[ijck] v[er]socht.
Titus van Rijn
Paulus de Ligne
Abraham Francen
Quod attestor J. Molengraeff
Not[ari]s Pub[lijck]
Ondertrouw Rembrandt en Saskia
Den 10en Junij 1634 compareerde voor Com[m]issarissen Outgert
p[iete]rs Spiegel en[de] Luycas Jacobsz Rotgans Rembrant
Harmansz van Rijn van Leyden, out 26 Jaeren
woonen[de] opde brestraet wiens moeder sal consenteren
in desen huwel[ijck] en[de] Saskia Vuijlenburgh van Lewerden
woonen[de] opt Bil tot St Annenkerck, voor
welcke persoon heeft gecompareert Jan Cornelis pred[icant]
als neve van de voors[chreven] Saskia, vermenende voort
derde gebodt inne te brengen wettelijcke inteeckeninge
van voorn[oemde] Saskia
(get.) Rembrandt harmensz van rijn.
De doop van kleindochter Titia
tietus van rijn, maghdaleene
van loo, renbrant van rijn, fran
cois van bijler, Anna huibreghts
tietie
Maerten en Oopjen
Int voorhuijs
Twee conterfijsels marten soolemans e(nde) oopie Cappit
De laatste boedelbeschrijving
OP DE BESTE CAMER
Een bedt en peulue
Vyff oorkussens met een peulue
Ses syde gordynen met drie valletjens
Een bedde spree vant selve stoff
Vier groene glasgordynen
Een eeckenhoute taeffel met een spree
Een spiegel
Vier stucken schilderije onopgemaeckt
Een beugel stoel
Een ijseren plaet
INT VOORHUIJS
Twee en twintigh stuckx soo opgemaeckte als onopgemaeckte stucken schilderijen
Vier spaense stoelen
Een eeckehoute pars met een schabel
Rembrandt betaalt zijn rekening niet
Sr. Rembrandt Hermansz van Rijn is Schuldich
over Cooppenningen vant huijs hem v[er]coft gul[den] 7000.-
voor drij Jaren en drij maenden verschenen intres
van gemelde seevenduijsent guld[en] a 5 ten 100 1137.10
voor het geen sijnentwegen heb wtgestreckt
den halven 40en penning betaelt guld[en] 162.10.
den halven 80en penn[ing] ...... 81.5
voor Stats en[de] Secretarijes ongelden 3.3.
noch over reste van 8en penning voor
de Jaeren 1651.1652. betaelt 86.8
guld[en] 333.6 333.6
guldens 8470.16
Segge achduijsent vierhondert
seventich gulden 16 stuijvers
Christoffel Thijs
Begrafenis van Titus
b[etaald] x 7
tijtus van rijn, soone van rembrant
van rijn op de sijngel over de de app[el]marck
ijn de goude schael baer 16 ro[e]ff
Rembrandt koopt een Rubens
Noch ontfangen den 8 October 1637. door mijn vrou
van Sr. Rembrant schilder vierhondert vier-
entwintich gulden thien stuijvers acht pen[ningen]
over den coop van een schilderije van Leander
en[de] hero bij Ribbens gedaen, dewelcke ick tot
onderpant hadde, segge f 424:10:8
Ondertrouw Titus en Magdalena van Loo
Compareerden Titus van Rijn van A[msterdam] oud 27 jare geass[isteerd] met
syn vader rembrant van Rijn woont op d rosegracht en
Magdalena van Loo van A[msterdam] oud 27 jare geass[isteerd] met
haer moeder Anna Huijbrechts woont op Zingel.
Titus van Rhijn
Magdalena van Loo.
Rembrandt laat zijn huis aan Titus na
Den 17 may 1656 heeft rembrant van rhijn
schilder bewesen sijnen soone titus out 15 iaer
daer moeder af was Saskia van uijlenburch voor sijn moeders erf
een huijs ende erf staende ende gelegen op de antonij breestraet
vrij sonder eenig belastinge
ende dat bij provisie ter tijden ende wijlen hij hem wederom ten tweeden
houwelyck soude mogen comen te begeven als wanneer hij den voors[chreven] sijnen
soone sijn volle moeders erf sal bewijsen, ende sal ondertusschen
de voors[chreven] sijnen soone houden met behouden goede tot sijne iaren toe omme
de vruchten van dien, ende tot bevrijdinge van de schulden ende lasten
op het voors[chreven] huys geaffecteert, verbonden alle sijne goederen roerende
ende onroerende praesente ende toecomende, des sal bij provisie voorts blijven
sitten in alle de andere goederen schulden ende onschulden. ende dit op het
behagen van de moeders vrunden. P[rese]n[tibus] de heeren hendrick spiegel en Jan van
Waveren Wees [meesteren]d[en] 22 Januarij 1658 heeft Jan #
vant huijs op gebracht #
Den 22 Julij 1665 is de quijtscheldinghe vant voors[chreven]
huijs behandight aen Titus van Rhijn als bekomen
hebben[de] veniam aetatis, dair op den selven Titus van Rhijn
Louis Craijers sijn voocht
Een verklaring over de Nachtwacht
Compareerde Sr. Jan Pietersz Laeckencoper,
[out om]trent tseventich Jaeren, woonende op de Nieuwesijds V[oorburch]
wal tegen over de nieuwestraet hier ter stede
en[de] heeft ten v[er]soecke van Sr. Louijs Craijers als vooght
over Titus v[an] Rhijn, zoone v[an] Zaskia v[an] Uylenburch
bij ware Christelijcke woorden in plaetse van eede geatt[esteerd]
getuijght en[de] verclaert hoe waer is: dat hij attestant
door Rembrandt v[an] Rhijn konstschilder is geschildert
en[de] geconterfeijt geworden neffens andere persoonen
van hunne Compagnie of Corporael
Schap tot sestien int getall in een Schilderije nu staende
op de Groote sael inde Clouveniers doele en dat het ijder van
hen nae de
geheugenisse, die hij attestant daer noch aff heeft van schilderen
wel heeft gekost dooreen de somme van hondert guldens
Alle twelck alsoo de waerheijt sijnde Consenteerde
acte dat aldus passeerde bij deser stadt A[msterdam]
ter presentie van Cornelis Valckenier en[de] C: Jusum
als getuijgen en[de] hebben de attest[ant] de verclaeringe ondertekent
Jan Pietersz Laeckencoper
C. Valconier
C. Jusum
N. Listingh,
Not[ari]s
Uitspraak van de commissarissen in de zaak
Geertie Dircx wed[uw]e, eijsscherse
contra
Rembrant van Rijn, Gedaechde
D'eysscherse v[er]claert dat de Gedaechde haer
mondelijcke trouwbeloften heeft gedaen
ende haer daer over een rinck gegeven
zeijt daer boven van hem beslapen te sijn tot
diverse reijsen, versoeckt van[den] Gedaechde
getrout te mogen werden, ofte andersins dat
hij haer onderhout doe.
De Gedaechde ontkent d'eijsscherse beloften van
trouw gedaen te hebben, maer v[er]claert niet te
behoeven te bekennen, dat hij bij haer heeft
geslapen, zeijt voorders dat d'eijsscherse
t'selve doceert ende doe blijcken
Naer verblijff van perthijen geven Commissaris[sen]
als goede mannen voor uijspraeck, dat de
Gedaechde sal uijtkeren aende eijsschersse
in stede van hondert ende sestich gulden, de som[m]e
van tweehondert Car[olus] guldens, ende dat Jaerlijx
geduijrende haer leven, blijvende voort alles
conform het contract, bij de Gedaechde in Judicio
overgeleijt van date den 14en Octob[ris] a[nn]o 1649 onder
de hand van Lourens Lamberti Not[aris] Publicq
alhier ter Stede gepasseert, Actum den 23en
October a[nn]o 1649, presentib[us] Bernhart Schellinger
Cornelis Abba en[de] Jacob Hinlopen
Tweede testament Saskia
Inden name ons here Amen. Inden Jare
vande Geboorte des selffs ons here duijsent
ses hondert, twe ende veertich, den vyffden Junij
des morgens de clock omtrent negen ure
Compareerde etc. Joffr: Saskia van
Uijlenburch huijsvrouw vanden E[dele] Rem
brant van Rhijn, wonen[de] binnen deser stede
mij Notario wel bekent, hoewel ziek
te bedde leggen[de], nochtans haer memorie
en[de] v[er]stand wel gebruijken[de] als 't uiterl[ijck]
bleeck; de welcke nae recommendatie
haerder ziele aen Godt Almachtich
ende des Lichaems ter Christelijcke begra
vinge, tot hare erffgenamen geinstituteert
heeft, als sij doet bij desen, Titus van
Rhijn hare soon, mitsgaders alle d'andere
wettige kint ofte kinderen die sij noch soude
mogen procreëren, ende bij voorafflijvicheijt
van d'een off d'ander der selver, hunne
respective wettige nae saet bij representa
tie; met die conditie nochtans dat de voorn[oemde]
Rembrant van Rhijn hare man tot herhu
wens ofte niet herhuwend tot stervens
toe in volle possessie ende vruchtgebruijk
van alle haer Testatrices naertelatene goederen sal
blijven sitten, mits den v[oor]s[chreven] kint ofte kinderen
nae sijne staet en[de] gelegenheijt in cost
clederen, schoolgaen ende alle andre
nootdrufticheden eerl[ijck] opbrengen[de] tot
der selver respective mondige jaren oft huwl[ijcken]
state toe, als wanneer der Testatrices v[oor]s[chreven]
man henluijden sal doteren ofte andersins mede
geven ende uijtsetten so als hij in discretie v[er]staen sal
te behoren; Willende voorts sij Testatrice
dat alle de goederen bij de
v[oor]s[chreven] kinderen uijt crachte deses te genieten
erven en[de] succederen sullen van 't ene kint
sonder wettige geboorte sterven[de] op d'anderen tot
de laeste toe, ende de laeste mede so sterven[de]
ofte in cas sij Testatrice niet meer als een
kint naerlaet en[de] 't selve insgelijcx sonder
Wettige naesaet comt te sterven, op den v[oor]s[chreven].
Rembrant van Rhijn haere man; sullende
de v[oor]s[chreven] Rembrant van Rhijn in sulcken
gevalle de v[oor]s[chreven] goederen van de voors[chreven]
kint ofte kinderen als voren te erven,
mogen v[er]handelen, v[er]teren ende andersins
sijne vrije wille ende geliefte daer mede
doen; behoudelijck dat ten overlijden ofte ten
heruwen van de Rembrant van Rhijn d'ene
helft van alle de goederen die hij alsdan
bevonden sal werden te hebben (daer onder
mede gerekent 'tgene vande goederen
bij hem van v[oor]s[chreven] kint ofte kinderen als voren
te erven te dier tijt overschiet) erven ende
succederen sal op Joffr: Hiskia van
uylenburch haer Testa-trices suster
mits dat de v[oor]s[chreven] Hiskia van uijlenburch in
sodanigen cas daer van uijtkeren sal
aen[de] E[dele]. Ulricus van Uijlenburch, advocaet
voorden Hove van Vrieslant haer Testatri
ces broeder, ende aen[den] E[dele] Idsert van
uijlenburch Capiteijn luijtenant van des
Colonel Aloës Compagnie, mede hare
broeder, elx de somme van duijsent gul[dens]
ende aen de kinderen van Jelletge
van Uijlenburch hare suster te samen gelijcke duijsent
guldens. Sonder dat nochtans de v[oor]s[chreven]
Rembrant van Rhijn haer testatrices man
v[er]bonden sal sijn aen iemant ter werelt
te leveren enige Staet ofte inventaris
vande v[oor]s[chreven] goederen, off oock gehouden wesen in
enige falcidie, off dienaengaen[de] enige
cautie te stellen, alle twelck sij Testatrice
den v[oor]s[chreven] hare man expressel[ijck] remitteert bij
desen, als v[er]trouwen dat de v[oor]s[chreven] hare
man sijne Conscientie dienaengaen[de] seer
wel sal quijten. Entel[ijck] ordonneerde sij
Testatrice dat gene van haer naer te
latene goederen tot enigen tijde bewesen
ofte aengegeven sullen werden op enige
Weesscamer, maer dat alle de selve
ten regarde van haer Testatrices onmon
dige erffgenaem ofte erffgenamen gere
geert en[de] geadministreert sullen werden
bij den v[oor]s[chreven] Rembrandt van Rhijn hare man;
tot welcken eijnde sij Testatrice den v[oor]s[chreven]
hare man tot voochd over de v[oor]s[chreven] onmondi
gen mitsgaders admi
nistrateur der selver goederen constitueert
Item alle Weesscameren, ende der selver
ordonnantien special[ijck] Mede deser Stede
(behoudens hare reverentie) uijtdruckel[ijck]
excludeert. Alle twelck v[oor]s[chreven]. is
v[er]claerde sij Testatrice te wesen haer
Testament en uijterste wille, die sij
begeerde, dat 't sij als sulx ofte als Codi
cille, gifte ter cause des doots ofte
andersins so die best bestaen mach vast
en[de] onverbrekel[ijck] sal werden onderhouden.
Aldus gepasseert binnen Amsterdam
ten woonstede van haer Testatrice staen[de]
opde Brestraet omtrent St. Antonis
sluijs ter presentie van Rochus Scharm
en Joannes Reijniers gelooffwaerdige
getuijgen hier toe special[ijck] versocht en[de] over
gestaen
Saskia van Ulenborg
J. Reyniers
R. Scharm
Dit getuijge ick
P. Barcman
Confessie Elsje Christiaens
Elsje Christiaanse van Sprouwen In Jutlant
oudt 18 jaren segt hier niet meer als 14
dagen in de stadt geweest te sijn en hier
gekoomen te sijn om een huur te soecken, bekent
de vrouw daer sij ten huiyse geslapen heeft met
een byl de cop in geslaagen te hebben, segt dat
de vrouw een daalder aan slaapgelt wilde hebben
en de dat sij haer goet daervoor soo lang wilden
houden, en dat sij gevangenen geen gelt en hadden
maer het eerst met wercken moste verdienen
en dat daer over die questie Is gecoomen, segt
dat de vrouw haer eerst met een stock sloech
bekent de vrouw met de bebloede bijl in judicio vertoont
in de cop gehackt te hebben, segt dat sij de
bijl daer op een stoel vondt leggen, segt dat sij 2
hacken naer de vrous hooft gehaelt heeft
doch niet te weeten of sij haer aen den arm of handt
oock heeft geraackt, segt dat de vrouw
de besemstock in de handt hadde doen sij haer
met de bijl queste, segt dat de vrouw
in de kleene kelder vluchte doe sij gevan-
genen had 2 hacken in de cop had gebracht
segt haer niet gevolgt te hebben in de kelder
oock daer niet nagesien te hebben of sij le-
vendig of doodt was. Segt dat de vrouw
geschreeuwt heeft sulx dat het de buren
hoorden, in dat sij gevangenen doen voort
de deur heeft opegedaan, en dat de buren
haer vraagden hoe sij soo bebloed quam aen haer
handen waerop sij seyde dat haer neus hadde
gebloet, en dat sij doen de deur weer heeft
toegesloten waerover op straet is geloopen en
datter een deel volck haer vervolgde waerop
sij door verbaestheijt int’ water sprong.
segt dat sij dit fijt gedaan heeft dees
ochtent de klock omtrent half acht.
segt dat de vrou haer met de stock over t’
hooft en over de rug geslagen heeft. Segt
dat de questie eygentlyck bij quam om dat
de vrouw haer niet langer & wilde borgen
segt dat sij dienthalven Gisteren avont oock
questie gehadt hebben. Segt dat de man
van de vrou is afgeloopen 14 dagen geleden.
Actum 28 april 1664 presentib.
De Heeren Schout, Burg, Blaew,
van loon, capelle, spiegel en de
bronchorst Schepenen.